Het verhaal van Afke Boven, redacteur bij De Amelander
Ze is als nieuwslezer bij het NOS-Journaal inmiddels een bekende Nederlandse, Afke Boven uit Hollum. Ze is weliswaar in Dokkum geboren maar als dochter van schippers Hans en Jannie Boven is ze behalve op Ameland ook bekend met het geulenstelsel rond Ameland en Terschelling en weet ze feilloos te vertellen waar zeehondenrustplaatsen te vinden zijn. Als er tijdens het lezen van het journaal een nieuwsitem uit het noorden voorbijkomt, of het nu Drenthe, Friesland of Groningen is, dan is ze duidelijk betrokken.
Maar als ze iets over de Wadden en natuur kan vertellen, dan twinkelen zichtbaar haar ogen. ‘Bij de wat meer luchtige onderwerpen pak ik mijn moment’, vertelt ze, ‘of het nu om een plassende ijsbeer in Amersfoort gaat of om krioelende kleine glasaaltjes, die worden uitgezet in Zeeland.’ In dit interview vertelt ze over het NOS-Journaal maar vooral over hoe ze ooit begon als redactrice en columniste bij De Amelander.
Hoe kwam het dat je indertijd bent gaan schrijven voor De Amelander?
Afke: ‘Ik was zeventien. Klaas Touwen kwam regelmatig bij ons over de vloer, hij bezocht mijn ouders voor de advertentie die ze voor de rondvaartboot in De Amelander plaatsten. We raakten aan de praat over mijn plannen om journalistiek te gaan studeren. Hij vroeg me toen of ik wilde gaan schrijven voor het magazine’.
Je bent inderdaad journalistiek gaan studeren?
‘Ik heb eerst een half jaar in Breda de school voor Toerisme, Leisure en Marketing gevolgd, maar dat was het helemaal niet. Daarna ben ik overgestapt naar het HBO Journalistiek in Zwolle. Dat was een schot in de roos. Het was een opleiding waar ik me meteen thuis voelde: televisie, radio, schrijven, het was voor mij één grote speeltuin. Bijna iedereen had bel-angst: hoe benader je iemand, die je graag wilt bezoeken voor een interview?
Ik heb daar echt geleerd dat je ‘nee’ hebt en ‘ja’ kunt krijgen. Kortom, niet te lang nadenken en gewoon de telefoon pakken. Heel vaak is het antwoord namelijk positief of kunnen ze je op z’n minst verder helpen met informatie of een andere contactpersoon. Zo groeit je moed.’
Je had een column in De Amelander: praatje. Ik las die altijd als eerste. Al die avonturen met je huisgenoot, hilarisch…
‘Ik heb alles bewaard en in een boekje geplakt, het is mijn eigen dagboek geworden, waarin ik mijn eigen ontwikkeling terugzie. Ook andere artikelen heb ik bewaard. Ooit kwamen er nieuwe managers in de Amelander Kaap. Als ik dat nu lees dan denk ik: het is maar een kort artikel geworden. Nu zou ik er een hele pagina van hebben gemaakt. Ik heb ook een serie gemaakt over Amelander bandjes, sommigen bestaan niet meer, maar hun verhaal van toen blijft. Ze schreven muziek, maakten plezier en proefden een beetje van het artiestenbestaan. Geweldig toch! En je komt elkaar, decennia later, natuurlijk nog steeds tegen. Nu met wat ouder geworden gezichten.’
Eenmaal per jaar komen alle redactieleden bij elkaar voor het redactiediner. Tijdens het afgelopen diner werd tijdens een powerpointpresentatie verteld dat je maar liefst 104 keer publiceerde in De Amelander.
‘Ik zorg altijd wel dat ik minstens een artikel per jaar aanlever om mijn plek aan tafel veilig te stellen. Het redactiediner is een van de hoogtepunten van het jaar, vanwege het lekkere eten, de speech van Klaas en ook omdat het zo’n samengesteld, kleurrijk gezelschap is. We zijn allemaal heel verschillend, maar bij elkaar gebracht door De Amelander. Daarna belanden we vaak ook nog in de kroeg met mensen, waarmee dat anders misschien zomaar niet zou gebeuren simpelweg omdat je elkaar niet snel tegenkomt of van compleet andere generaties bent. Heel gezellig. Klaas (Touwen) roept vaak dat mijn carrière bij De Amelander is begonnen. Wij zien hem andersom ook wel als een soort van vader. We delen veel met elkaar. Maar de eerste vraag is natuurlijk altijd: ‘ga je nog wat schrijven?’ gevolgd door ‘hoe is het met de baby? Overigens is ‘de baby’ inmiddels dertien. De Amelander is inmiddels een onderdeel van mezelf. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit ga stoppen met schrijven voor de Amelander. Al kom ik allang niet meer frequent op Ameland, ik voel me wel megasterk verbonden met het eiland en voel me tot in elke vezel een Amelander. Het eiland is thuis, dat voel ik heel sterk. Als ik er ben dan probeer ik ook zoveel mogelijk tijd te maken voor de praatjes op straat. Even horen hoe het met iedereen gaat. Dat vind ik ook het mooie van een interview voor De Amelander, je hebt vaak heel bijzondere gesprekken.’
Even terug naar het NOS-Journaal, ik denk dat ik veel mensen een plezier doe als ik vraag naar hoe de voorbereiding op het journaal eruit ziet. Hoe bijvoorbeeld wordt bepaald wat voor kleding je draagt?
Ze schatert: ‘Dat is echt de meest gestelde vraag. Er is een ruimte met voor iedere presentator een best wel uitgebreide basisgarderobe. Eens in de paar weken komt onze styliste en hangt daar een rek vol leenkleding bij, waar ik aanvullende sets uit kies. Onze Friese trots, Rinsma uit Gorredijk levert veel van onze kleding. Uit die mix kiezen we dus zelf, meestal heb ik vooraf al in mijn hoofd wat ik ga aantrekken. Maar dan nog sla je de plank wel eens mis. Kleuren en vorm zien er op tv vaak anders uit dan voor de spiegel in onze kleedkamer.
De volgende veel gestelde vraag is: moeten jullie van die hoge hakken dragen? Dat moet niet, maar ik doe het wel. Ik loop graag op hakken, je bent lang en je houding is rechtop. Ik heb heel mooie felgroene sneakers en mijn collega’s zeggen weleens: die kun je best aanhouden, maar het NOS-Journaal op sneakers presenteren gaat voor de meeste kijkers nog net iets te ver.
Op de redactie aangekomen loop ik samen met de eindredacteur door de onderwerpen. Welke verhalen worden er gemaakt en op welke plek in de uitzending komen ze het beste tot hun recht. Ik schrijf teksten, controleer alle details en bekijk alvast de reportages die af zijn. Na de eerste voorbereiding ga ik naar boven om me te verkleden en ga ik langs de visagie. Voor ons vrouwen duurt dat ongeveer 45 minuten, onze mannelijke collega’s zijn met een kwartiertje klaar. Onze visagistes zijn goud waard, helemaal als mijn wekker weer eens om 03.00 uur afging voor een ochtenddienst. Na de visagie ga ik terug naar mijn bureau en schrijf of controleer ik de laatste teksten. Voor het 18.00 uur of 20.00 uur Journaal repeteren we nog ongeveer tien minuten, bij andere journaals doen we dat niet. Tijdens de repetities kunnen we nog wat dingen finetunen. Lopen de beelden lang genoeg door onder de teksten die ik live meelees, waar moet ik wanneer staan, kan de correspondent mij horen en vice versa.’
Het presenteren bij Nieuwsuur ’s avonds om half 10 op NPO 2 lijkt weer een heel andere ervaring.
‘Dat is het ook. Gedurende de uitzending zit ik dan meestal tussen de cameramannen. Live gesprekken met politici bijvoorbeeld volg je dus eigenlijk vanaf de eerste rij. Halverwege en tegen het eind breng je dan het laatste nieuws en het weer van morgen. Dat maakt het werk afwisselend en leuk! Ik heb het ontzettend naar mijn zin, ik heb heel fijne collega’s, het presentatieteam is heel leuk, we hebben achter de schermen veel plezier.’
Toen je twee jaar geleden op 1 maart begon, was net op 23 februari de oorlog in Oekraïne uitgebroken. Ik denk dat iedereen op Ameland toen medelijden had.
‘Ik was ingewerkt en zou op 1 maart losgaan op televisie. Mijn hoofdredacteur heeft toen nog wel gepolst of ik het zag zitten om met deze heftige en extra lange uitzendingen te beginnen. Maar voor mij was het niet meer dan logisch dat ik van start zou gaan. Dit is werk wat ik belangrijk vind om te doen. Hij antwoordde: ‘Dat had ik wel verwacht, maar ik wilde toch even checken’. Wat ik bedoel te zeggen: er wordt op je gepast. Wat betreft het nieuws: ik ben een echte nieuwsjunk geworden. En nog steeds is het niet beter als in het begin, er is heel veel mis in de wereld. Daarom is het heel fijn om ook die luchtige verhalen te hebben. Om even op adem te komen en iets losser door de teksten te kunnen lezen. Dat was wel even een zoektocht voor mij, want achter zo’n desk is het toch al snel vrij stijf allemaal. Van nature presenteer ik met een meer losse schwung, maar ik heb begrepen dat dat juist één van de redenen was om mij aan te nemen.’
We gaan nog even terug naar de ‘Amelander’. Wat betekent het blad voor de Amelander gemeenschap en dat nu al gedurende 60 jaar, denk je.
‘De doelgroep is heel breed met artikelen door en voor eilanders. Daarnaast kunnen de toeristen via De Amelander een beetje proeven van het leven op zo’n Waddeneiland. Wij krijgen hem thuis in Drenthe ook in de bus. Na het lezen geven we hem weer door aan een andere oud-Amelander. Zo zal het vast vaker gaan. En nu dus het 60-jarig jubileum.’