Mijn vorige column schreef ik tijdens de Tour de France vanuit Frankrijk en komend weekend – op het moment van schrijven is het woensdag 17 augustus – ga ik naar de start van de Ronde van Spanje. In Utrecht voor de duidelijkheid, want grote rondes maken er de laatste jaren gemeengoed van om te starten in het buitenland. Waarom? Om de simpele reden dat steden of gemeentes daar baat bij hebben en er veel geld voor over hebben. De hoogste bieder, wint. De start van de Ronde van Spanje kost Utrecht zo’n veertien miljoen euro. Maar dat terzijde. Wat ik ermee wil aangeven: de tijd vliegt weer eens voorbij.
Tussen de bedrijven en kinderen door, zijn er wel een aantal verontrustende en opvallende zaken gebeurd deze zomer. De natuur is namelijk goed in de war. De klimaatproblemen zijn deze zomer pijnlijk zichtbaar in Nederland. Er valt zo weinig neerslag, dat rivieren en meren op het laagste peil sinds jaren staan en boten in sommige jachthavens komen echt droog te liggen. Bizar om te zien. Ook op het wad stond deze zomer het water soms erg laag, al weet ik niet of het een met het ander te maken heeft. Wat wel bijzonder was: Rijkswaterstaat heeft een nieuwe, geschiktere vaargeul ontdekt ten westen van onze huidige vaarroute.
Deze geul is op een natuurlijke wijze ontstaan bij boei VA9, een kritiek punt op de huidige vaargeul. De route blijft wel even lang, maar de hoeveelheid baggerwerkzaamheden zouden wel met tweederde dalen. Significant, in een Natura2000-gebied. Ik ben wat dat betreft benieuwd of dat gevolgen heeft voor de langetermijnplannen die RWS heeft voor de bereikbaarheid van en naar Ameland. In de derde week van september is een volgende informatieavond gepland waarbij Rijkswaterstaat de onderzoeksresultaten over de mogelijke oplossingen voor de bereikbaarheid presenteert. Vragen? Meld je dan snel aan.
Een ander opvallend feit voltrok zich op vrijdag 5 augustus. Zoals dat op Ameland dan gaat, verscheen in rap tempo een foto en informatie over een verstekeling in de verschillende groepsapps. Een verwarde man werd door de politie meegenomen, nadat hij in een gewaad de onaangekondigde oversteek had gemaakt met een groep wadlopers. Over de toedracht of achtergrond van de man is niets bekend, wel dat hij na de aanhouding geblindeerd is afgevoerd in overall. Dat gebeurt meestal niet zomaar. Al ging het hier vooral om voorzorg, heb ik me laten vertellen. De man was verward en men kon geen hoogte van hem krijgen.
Zulke situaties zijn we op Ameland ongewoon. Datzelfde geldt voor iets anders verschrikkelijks wat opnieuw gebeurde op het strand tussen Nes en paal 21.6. Daar ontstonden in hetzelfde weekend drie levensbedreigende situaties, waarvan twee tegelijkertijd. Op zaterdagavond 6 augustus kwam een 50-jarige Duitse man in de problemen nadat hij was gaan zwemmen. Hij werd door de lifeguards uiteindelijk uit het water gehaald, waarna hij per helikopter naar het MCL in Leeuwarden is gebracht. Een dag later raakte een man op leeftijd onwel in de zee, waarna de hulpdiensten opnieuw groot alarm sloegen.
Opnieuw slaagden de lifeguards erin de oudere man uit het water te krijgen, maar die hulp kwam te laat. Er is nog geprobeerd om hem te reanimeren, maar dat mocht ook niet meer baten. Op het moment van het noodlottige ongeval hing er een rode vlag op het strand, wat betekent dat men niet mag zwemmen. Die vlag hing er op datzelfde moment ter hoogte van paal 21.6 niet, waar een andere man ook het water in ging en in de problemen kwam. Gelukkig waren daar toevallig net de broers Willem en Pieter de Jong, die samen met een groep wadlopers op heldhaftige wijze de drenkeling via een lang, aan elkaar geknoopt touw uit het water wisten te krijgen. Dat verdient een grote pluim voor alle betrokkenen.
De reden waarom de jongens en de wadlopers er grotendeels alleen voor stonden, was omwille van het feit dat de hulpdiensten enkele kilometers verderop de betreurde, oudere man hielpen. Overmacht. Het is echter wel zorgelijk dat drie keer in hetzelfde weekend zwemmers in de problemen komen. Met daarbij nog fris in het achterhoofd het 14-jarige meisje uit Duitsland dat in 2020 verdronk nadat ze met haar zusje en vader in zee de zonsondergang had bekeken en meegesleurd was door de stroming. Als dit nu vier keer gebeurt binnen twee jaar, dan denk ik niet meer dat je van toeval kunt spreken. Is een lang koord met drijvers tot een x-aantal meter uit de kust geen idee? Zodat mensen zich daaraan kunnen vastgrijpen, in het geval ze in nood verkeren? Dat zie je in het buitenland ook wel.
Ik herinner me dat bijvoorbeeld van vakanties naar Spanje, Frankrijk en Griekenland van voorheen. Om een lastig bruggetje te maken: op dit moment ben ik druk bezig met een eindsprintje naar de vakantie toe. Alle laatste werkzaamheden probeer ik er met het laatste restje energie uit te peuren. Na de start van de Ronde van Spanje gaan we twee weken weg. In eigen land. Even niets. Geen deadlines, geen drukte, even de batterij opladen. Veel te veel spullen meenemen, waarvan je de helft toch niet gebruikt. Je kent het wel: toch maar dat shirtje mee dat je al drie jaar niet meer draagt. Of na maanden maar eens beginnen aan een boek en dan voor de zekerheid drie stuks meenemen, om dan ongelezen weer mee terug te nemen. Ach, als dat het ergste is om over na te denken, dan valt het wel mee.
En anders schijnt achter de wolken altijd de zon.