Het is zondag 3 oktober als ik inspiratie opdoe voor deze editie van Van de Melkboer. Voor mijn werkgever WielerFlits trek ik die dag op pad met Adrie van der Poel, een van de beste wielrenners die ons land ooit gekend heeft. Voor een reportage in ons voorjaarsnummer van RIDE Magazine volgde ik twaalf uur lang iedere stap die hij deed. Diens zoon Mathieu van der Poel behoort in de huidige generatie tot een van de beste coureurs ter wereld. In een memorabele regeneditie – waarop al negentien jaar werd gewacht – werd de dag voor mij bijna nog mooier. In een groepje met drie spurtte de jongste Van der Poel voor de zege.
Hij werd derde. Voor de reportage maakte het niet uit, al had een heroïsche zege in dé klassieker die Adrie zelf zo graag had willen winnen – maar die hij nooit won – het verhaal nóg specialer kunnen maken. Enfin, daar wil ik het niet over hebben. Het is één zinnetje op de terugweg van Frankrijk naar België dat me bijbleef. Nabij het voetbalstadion van AA Gent valt de duisternis in. ‘Beginnen de donkere dagen weer; ik vind het verschrikkelijk’, stelt Van der Poel senior. Ik moest lachen, want ik heb een heel ander gevoel bij deze periode van het jaar. Ik vind het juist een van de gezelligste tijden van het jaar. Niet verschrikkelijk.
Voor ieder mens is dat natuurlijk verschillend. Vorig jaar vond ik dezelfde periode namelijk ook niet veel aan. Het maakt meteen duidelijk waarom ik dit jaargetijde juist in alle andere jaren wel zo mooi vond. Dat heeft alles te maken met Pakjesavond – maar dan nét even wat anders – op 5 december. Corona gooide vorig jaar roet in het eten. Op de Gemeente-info van naar ik meen 26 oktober 2020, stond in een klein blokje het volgende verwerkt: … ga niet dansen of schreeuwen en houd afstand. Buiten kunnen we met maximaal vier personen bij elkaar komen. Dit leidt ertoe dat de Amelander traditie begin december niet past.
Dat lag toen in de lijn der verwachting. Corona won weer rap terrein in Nederland en de tweede golf was ingezet. Achteraf bleek het een goede keuze van burgemeester Leo Pieter Stoel. Rondom de gezellige feestdagen kwamen meerdere mensen toch bijeen en her en der ontstonden er daardoor meerdere corona-besmettingen. Wanneer we de traditie ‘gewoon’ hadden laten doorgaan, waren de besmettingen wellicht niet te overzien geweest. Maar dat was vorig jaar. Er was nog geen vaccinatie en op Ameland hadden we de corona-klap tot oktober best goed ontweken. De geboden voorzichtigheid was destijds op zijn plaats.
Ik ben wel heel benieuwd wat het dit jaar gaat doen. De gordijnen zijn al vroeg dicht en de Buremerkermis is in zicht. Rond het schemerdonker wemelt het hier in Hollum al van de stevig aangeklede schimmen. Zelf ben ik inmiddels ook al weer een dikke week de clown aan het uithangen. Mijn vorige column sloot ik nog af met Ut wó’dt dien tiid, seun!. Het mag duidelijk zijn dat Pakjesavond leeft. Niet alleen bij mij, eigenlijk bij iedereen om me heen. Zonder nu de rijdende rechter te willen uithangen in plaats van de razende reporter: hebben we en heb ik niet te vroeg gejuicht? We zijn allemaal wel begonnen, maar hoe komt het nu?
De verwachte najaarsstijging van het coronavirus lijkt ingezet. Dat kopten meerdere media in dikke chocoladeletters op de voorpagina van het Sinterklaasjournaal, medio oktober. Het OMT noemt de prognoses voor de herfst ‘ongunstiger dan eerder gemodelleerd’ en adviseert verdere versoepelingen uit te stellen. Als het demissionaire kabinet daaraan toegeeft, betekent het dat op de eerstvolgende geplande persconferentie aan het begin van november er geen veranderingen optreden voor de horeca. Dat betekent dat ze slechts mogen openblijven tot 00.00 uur en dat je alleen met een vaccinatiebewijs naar binnen mag.
Als dat zo blijft, dan krijgen we – in Hollum althans – een ouderwetse Pakjesavond met het feest na het middernachtsuur in de open huizen. Thuis is er immers op dit moment geen limiet meer aan het aantal mensen dat je mag ontvangen, de mondkapjesplicht is er niet meer en ook de anderhalve meter-regel is losgelaten. Een open huis organiseren kan daarom. Ik heb intussen begrepen dat dit in Ballum, Buren en Nes net even iets anders zit. Daar komt men op een bepaalde tijd samen in één horeca-etablissement. Dat vergt dus een andere opzet van Pakjesavond, om het te laten doorgaan. Laten we daar wat op hopen.
Ik ben er namelijk van overtuigd dat het kan. De Nessemer en Hollumer kermis hebben bewezen dat als we op Ameland als eilanders onder elkaar zijn, we veilig een groot feest kunnen vieren. Ook het horeca-struikelblok is te ondervangen met het spelen in de open huizen. Er is echter één factor waarop we geen invloed hebben: corona. En als die cijfers de komende weken weer gaan stijgen, kan het nog weleens gaan uitdraaien op billenknijpen. Daarom ook een oproep aan de burgemeester om zo snel mogelijk uitsluitsel te geven. Zijn we tevergeefs begonnen, of kunnen we met een gerust hart verder knutselen? Laat ons niet in spanning.
Maar onthoud: als je het afblaast, beginnen de eilanders ongetwijfeld te zagen aan je stoel.