De bescherming van de onderwaternatuur van de Waddenzee rammelt. Dat is de conclusie van Nina Fieten, die voor haar opleiding Mariene Biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen het Nederlandse natuurbeschermingsbeleid onderzocht. Nina noemt de situatie pijnlijk: ‘Je gaat er vanuit dat natuurbeleid voor de natuur is, maar dat is blijkbaar niet zo. Hier moeten we echt iets aan doen.’
Aanleiding voor het rapport is de evaluatie van de Nederlandse uitvoering van het Europese natuurbeleid. Sinds 2009 is de Nederlandse Waddenzee beschermd onder het Europese Natura 2000. Nederland is nu aan Europa verplicht om leefgebieden en soorten in de Waddenzee te behouden en/of te herstellen. Het is al langer bekend dat het niet goed gaat met de Nederlandse Waddenzee. Vooral onder water gaat het slecht. Zo gaat de visstand al jaren achteruit.
Het huidige natuurbeleid werkt niet goed genoeg. De Waddenvereniging wilde weten of de onderwaternatuur met aanpassingen aan het beleid beter beschermd kan worden. Nina Fieten deed daarvoor een half jaar intensief literatuuronderzoek en interviewde experts in zowel de Waddenzee ecologie als het beleid. Hieruit bleek dat het beleid op allerlei niveaus tekortschiet. Zowel qua inhoud als uitvoering. In het rapport staat een stappenplan voor verbetering.
Zeldzame soorten tellen niet mee
Allereerst raadt Fieten aan om de te beschermen onderwaternatuur beter te omschrijven. Om de staat van de Waddenzee te controleren, wordt per leefgebied gekeken naar bepaalde dieren en planten. Probleem is dat alleen heel algemeen voorkomende soorten op de lijsten staan. Zeldzame of belangrijke soorten ontbreken. Die zijn juist van belang als het gaat over de kwaliteit van het leefgebied. Eén van de door Nina geïnterviewde experts zei het zo: ‘Als je beton zou storten in 99% van de Waddenzee, zou geen enkele van de typische soorten verdwenen zijn. Die 1% van het oppervlakte zou voldoende zijn om de typische soorten te herbergen.’
Betere bescherming voor riffen
Het zou volgens Fieten goed zijn om daarnaast een extra beschermd leefgebied aan te wijzen voor de Waddenzee: het habitat riffen. Fieten: ‘Mossel- en oesterbanken kunnen riffen vormen. Dat is belangrijk voor het leefgebied, omdat ze door hun structuur de soortenrijkdom in hun omgeving kunnen verhogen. Als de riffen worden aangewezen als Natura 2000-gebied, krijgen ze meer bescherming. Allerlei soorten zullen daarvan profiteren en de biodiversiteit zal toenemen.’
Totale effect op Waddennatuur meten
Tot slot is het van belang om een goed overzicht op te stellen van de effecten van alle activiteiten in de Waddenzee, concludeert Fieten. De Waddenvereniging ziet hierin een onderstreping van het pleidooi dat zij al langere tijd voert voor zo’n overzicht in de vergunningverlening. Ester Kuppen van de Waddenvereniging: ‘Nu wordt elke activiteit nog apart beoordeeld, of hooguit samen met een paar andere. We willen juist weten wat het totale effect is op de waddennatuur.’
In het rapport staan nog meer aanbevelingen. De Waddenvereniging gaat alle resultaten van de studie inbrengen bij de herziening van verschillende beleidsdocumenten voor de Waddenzee. Kuppen: ‘Als we gaan voor een robuuste Waddenzee dan hoort een goed werkend natuurbeschermingsbeleid daarbij. Alleenzo kunnen we de negatieve trend voor de Waddenzee ombuigen. Met de adviezen van Nina Fieten hebben we een duidelijk stappenplan voor verbetering te pakken waarmee we aan de slag kunnen.’