We leven in een tijd van versnelling. Nooit eerder werden we gemiddeld zo oud en toch lijkt het net als of we steeds minder tijd hebben en voelen we ons meer gehaast dan ooit. Druk, druk, hierheen, daarheen, dit nog doen, dat nog doen en voor we het weten zit onze tijd erop. Hebben we helemaal geen tijd meer!
Tot bijna aan het einde van de middeleeuwen leefden de mensen naar het ritme van de natuur, de zon en de maan. Tot dat er ‘tijd’ werd geïntroduceerd, de kloktijd. We kregen uren, minuten en seconden. Voordat het mechanische uurwerk er was, had de mens de beschikking over elementaire klokken. Naast kalenders werden gebruikt: de waterklok, de zandloper, kaarsen of olielampen (met een aantal strepen erop) en de zonnewijzer. Aan elk van deze elementaire tijdmeters kleefde een nadeel: water kan bevriezen, een zandloper moet constant in de gaten gehouden worden, kaarsen of olielampen kunnen uitgeblazen worden, en een zonnewijzer werkt alleen als er zon is. Afgezien van de zonnewijzer konden elementaire klokken bovendien meestal alleen de duur van een gebeurtenis meten, niet op welk tijdstip de gebeurtenis plaatshad. De komst van het mechanisch uurwerk in de laatste decennia van de dertiende eeuw heeft dat probleem opgeheven.
In het museum ‘Voorlinden’ in Wassenaar kun je zien dat er naast de kloktijd een niet meetbare innerlijke tijd bestaat. Het zijn de momenten van rust in je leven, de momenten waarop je even geen besef hebt van de tijd. De tijd dat je kunt wegdromen of openstaat voor het ‘onverwachte’.
Het is de ongrijpbare tussentijd en het zijn nu net de kunstenaars die op zoek zijn naar deze ‘tussentijd’. In het museum ‘Voorlinden’ loop je langs kunstwerken die je deze ‘tussentijd’ willen laten ervaren. In dit museum is het de bedoeling dat je de kloktijd voor eventjes vergeet. Het meest indrukwekkende voor mij was het kunstwerk ‘Wait’ ontstaan in 2009. Het is een persoonlijk document van de kunstenaar NEOC – pseudoniem van Coen Kamp. Het bestaat uit een tafel, een stoel, een lamp en wekkers. Aan alle verfspatten op de tafel kun je zien dat Coen aan deze tafel heeft gewerkt. De tikkende wekkers staan voor een periode waarin hij in grote onzekerheid wachtte op de uitslag van het ziekenhuis en de artsen over zijn toekomst. Wanneer je luistert naar het getik van de wekkers klinkt het eerst wat onsamenhangend maar als je even de ‘tijd neemt’ hoor je het samensmelten tot een ritme. Het ritme van het leven en de tijd, een geluid dat je bewust maakt van je eigen tijd.
Ik heb een tijd me gebogen over de tikkende wekkers en werd me bewust dat, hoewel we de tijd meetbaar hebben gemaakt, je nooit weet hoeveel tijd je hebt. De zon komt op en gaat onder, de wind waait van je weg, seizoenen verstrijken, maar wat doe je ondertussen met je tijd.
Coen Kamp had, zo kreeg hij te horen, niet veel tijd meer, hij overleed in 2010, 44 jaar oud. Hij heeft het kunstwerk niet meer in het echt opgesteld gezien. Maar de lege stoel voor de tafel maakt duidelijk dat hij niet meer achter de tafel plaats zal nemen.
Nu, na een aantal ‘drukke’ dagen, besef ik dat er weer te weinig ‘tussentijd’ is geweest. Te weinig tijd om even in je zelf terug te keren, te weinig tijd om de ‘tussentijd’ te ervaren. We zeggen vaak dat de tijd het ons zal leren, maar leren we wel echt van onze tijd?
Jan J. de Vries