De Buurvrouw 2016-9

Wat was het een mooi einde van de zomer. In augustus en september kregen we toch nog waar we zo lang op hadden gewacht. Echte zomerse dagen waren het. Om met onze kleindochter te zeggen: ‘we hadden het zweetheet’. Het waren ook mooie dagen om nog even met de kleinkinderen naar het strand te gaan. Het is woensdagmiddag dus kunnen we dan mooi vroeg naar het strand. Ik haal onze kleindochter van haar school in Ballum. Even later zit ze tevreden achterin met het dropje, dat ik altijd hoor mee te nemen, in haar mond.

‘We kunnen vanmiddag fijn even naar het strand’, begin ik. ‘Dat kun je toch niet menen, opa’, is haar reactie. Ik vraag haar waarom ik dat niet kan menen. Ze blijkt geen tijd te hebben om naar het strand te gaan. Dus vraag ik haar waar ze dan wel tijd voor heeft. Er blijkt vandaag gelukkig wel genoeg tijd te zijn om in de tuin te spelen.

Ik probeer het nog een keer door te vertellen dat wanneer je tijd hebt om in de tuin te spelen dat er dan ook wel tijd kan zijn om naar het strand te gaan.

‘Och, opa, ‘ verzucht ze, duidelijk niet ingenomen met mijn reactie, ‘weet je!’ Zoals gebruikelijk zeg ik dan dat ik het niet weet en dat zij het dan maar even moet uitleggen. Wel, het antwoord is glashelder: Op het strand ga je zand scheppen. En net als je klaar bent met scheppen is het weer tijd om naar huis te gaan. Dan heeft het toch geen enkele zin om naar het strand te gaan.

Duidelijk is dat ze vandaag een voorkeur heeft om in de tuin te spelen. Toch zit ze een uur later zingend op haar fietsje op weg naar het strand. Ze speelt in het water en vlak voor we weggaan, zit ze zelfs nog met haar schepje een gat te graven waarin de op de stenen gezochte slakken een plekje zullen krijgen. Ik vertel haar dat we naar huis gaan en dat daar een ijsje wacht. Vrolijk keert ze haar emmertje om en de slakken verdwijnen in het natte zand. Geen idee of ze het zullen overleven maar dat deert haar niet.

Het hele verhaal zette me toch even aan het denken. Ik herinner me opeens ook de woorden in het hoofdstuk Prediker in de Bijbel. Al direct in het begin zegt Prediker: ‘Welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen, waarmee hij zich aftobt onder de zon?’

Ik weet zeker dat onze kleindochter deze woorden (nog) niet kent. Maar toch kwam wat ze had gezegd over dat scheppen met zand op het strand en de zinloosheid daarvan helemaal overeen met die eeuwenoude woorden: ‘Het ene geslacht gaat en het andere komt, de zon komt op en gaat onder, rivieren stromen en de wind waait. Alles is onuitsprekelijk vermoeiend en bovendien is er niets nieuws onder de zon’. En wanneer we de beelden op de tv zien en het nieuws volgen zien we de dagelijkse zinloosheid van het vele geweld, het moorden, de oorlogen. En inderdaad is het uiterst vermoeiend en lijkt er geen einde aan te komen. En toch blijven we, soms tegen beter weten in, hopen op een betere toekomst voor onze wereld.

Maar om wat vrolijker af te sluiten, wist u dat een ‘melitone’ een melodietje is, een ‘spinnenwebber’ een vliegenmepper en een ‘roerder’ een lepeltje? Maar ook dat je een ‘herriewang’ kunt hebben of zelfs ‘de lip door de mond’ en dat je met een ‘fotokamer’ foto’s kunt maken. Dat je jas aan een ‘hangstok’ moet en dat je ‘sienderijnen’ (een nieuw soort mandarijnen) in de winkel kunt kopen.

Ach, al is er in ons leven misschien veel vermoeiend, toch is er ook heel veel om van te genieten!

Jan J. de Vries

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven