Terwijl de wereld bol staat van alle problemen, is in ons land weer de discussie rond zwarte Piet opgelaaid. Je zou denken dat de mensen nu, met de zomer in het vooruitzicht, daar helemaal geen tijd voor hebben. Niets is helaas minder waar. Terwijl we steeds meer soorten Pieten kunnen waarnemen bij de intocht, gele, roze, gestreept en gevlekte en zelfs witte, is het nu tijd volgens wel honderd ‘prominente’ Nederlanders om voor eens en altijd zwarte Piet de nek om te draaien.
Eerlijk gezegd voel ik me als ‘senior’ ook best wel wat gediscrimineerd door het optreden van Sinterklaas. Het is natuurlijk voor ons als ouderen beschamend om te zien hoe die Sinterklaas er soms bij loopt. Zijn baard en snor zijn niet altijd even fris. Bovendien is de kleding van de Sint zeker niet eigentijds te noemen en kan hij amper paard rijden. Hebt u wel gezien hoe de Sint op dat paard komt? En een Piet het paard aan de teugel vasthouden. Zo ontstaat het beeld van een wat hulpeloze oudere die zich zelf niet meer kan redden. Soms denk ik wel eens: zou en rollator niet gemakkelijker zijn!
Als Zwarte Piet dan weg moet schaf dan meteen die maffe Sint ook maar af. Het scheelt veel mensen een boel geld, al zal de middenstand niet blij zijn.
Je kunt je verder afvragen wanneer je je zelf ‘prominent’ kunt noemen. Van Dale geeft aan dat het hier gaat over ‘vooraanstaand’ of ‘op de voorgrond tredend’. Helaas heb ik maar bij vijftien van de honderd namen een gevoel van herkenning. De anderen zijn bij mij dus niet bekend als ‘prominent’ of ‘vooraanstaand’ zijnde! Je moet natuurlijk wel een hoge dunk van je zelf hebben om op die lijst te gaan staan. Maar dat kan misschien als je op de grachtengordel woont of in de Albert Cuyp winkelt. Wellicht ook dat Laren, Blaricum of Wassenaar in beeld komen.
Het zal vast en zeker zo zijn dat lezers meer ‘prominenten’ kennen dan bij mij het geval is. Maar ‘prominent’ hoeft dus niet altijd ‘vooraanstaand’ te zijn. Je kunt het ook zijn als je maar genoeg op de voorgrond treedt en dat laatste zal wel vaker het geval zijn dan het eerste.
Ik vraag me af of er op de grachtengordel ook plaats is voor een AZC maar vermoedelijk zal het COA het niet redden om hier enkele panden aan te kopen of voor een geschikt prijsje te huren. Het COA kent ook zijn beperkingen!
‘Laten ze zich in hemelsnaam met andere problemen bezig houden’, zegt Watze wanneer we dit onderwerp op tafel hebben. ‘Er is zoveel ellende in de wereld, daar kunnen ze weken en zelfs maanden mee aan de slag.’ ‘En wat te zeggen van politiemensen die criminelen bestelen’, start buurvrouw een nieuwe discussie. Daar zijn we het vrij snel met elkaar over eens. Stel dat je als crimineel 50.000 euro kwijt raakt door inbeslagname. Dan ben je toch geen goede crimineel wanneer je aan je advocaat vertelt dat je toch echt 100.000 euro onder die matras had liggen. En natuurlijk had je zeker drie dure horloges, een Rolex, een Breitling en een Cartier. Je kunt toch moeilijk aan je collega-criminelen uitleggen dat je er maar één had! Nu lopen die politiemensen met je echte Cartier en Breitling om hun pols.
Zouden die advocaten nou echt die criminelen zo vertrouwen dat ze geloven dat zij de waarheid spreken? Moeten we nu de criminelen geloven of geloven we de politie? We weten dat er ook bij de politie wel eens wat mis gaat maar in dit geval kiezen we toch echt voor de politie. Die pet past ons tenslotte heel wat beter.
Jan J. de Vries