‘Zeg’, begint buurvrouw, ‘kijken jullie wel eens naar de rijdende rechter?’ Ja, inderdaad zien wij dat programma ook zo af en toe voorbijkomen. Wie kent zo langzamerhand niet de gebruikelijke slotzin van deze rijdende rechter: ‘Dit is mijn uitspraak en daar moet u het mee doen!’
‘Wat een narigheid is er toch tussen mensen, hè’, verzucht buurvrouw, ‘en dan ook nog vaak tussen buren.’ Och, ja er zijn tegenwoordig allerlei programma’s waarbij veel ellende op tafel komt. ‘Een dubbeltje op zijn kant’, ‘Spoorloos’, ‘Familiediner’, ‘Overspel in de liefde’, ‘Uitstel van executie’, ‘DNA Onbekend’, afijn, zo kun je nog wel een tijdje doorgaan.
‘Ja’, zegt Watze, ‘je familie kun je niet uitkiezen maar je buren meestal ook niet. Daar kan heel wat narigheid van komen.’
En gelijk heeft ie. Maar wanneer mensen naar de rechter stappen denken ze beiden gelijk te zullen krijgen. Gelukkig is in ons land op dat gebied veel geregeld en zo weet onze rijdende rechter, Meester Visser, meestal wel een wetsartikel te vinden dat tot een definitieve uitspraak leidt. Niet altijd is iedereen daar mee tevreden, maar zoals de heer Visser zegt, ze moeten het er mee doen.
Soms is het zelfs nieuws voor een krant. Laatst sloeg in Franeker iemand zijn buurvrouw in elkaar, ergens anders in onze provincie werd een gezin bestolen door de buurman. Er was een buurvrouw die de hele tuinset van de buren uit pure balorigheid helemaal rood schilderde. Nog niet zo lang geleden las ik dat de buurman onder het dekbed van de buurvrouw terecht was gekomen terwijl de buurvrouw daar in het geheel geen prijs op stelde.
Dikwijls leidt ook overlast tot veel ellende en ten einde raad sla je dan alle ramen bij de buren kapot. Schelden komt ook vaak voor. Zo was er een mevrouw die haar buurvrouw een slet had genoemd. Moet jij met je poffertjesporum nodig zeggen, was het antwoord. Ja, wie kaatst moet de bal verwachten. Ik kon daar nog wel stiekem om grinniken. ‘Poffertjesporum’, kom er maar eens op. En dan samen naar de rechtbank in Leeuwarden om je gelijk te halen. Rechters hebben het ook niet gemakkelijk met al die ongein.
Ook de programma’s die het moeten hebben van de nodige ellende die mensen beleven scoren goed. Je moet toch wel helemaal geen kant meer op kunnen wanneer je gaat meedoen aan dit soort programma’s. De wanhoop is de mensen vaak aan te zien omdat ze geen enkele uitweg meer zien in hun financiële positie. Ook mensen die niet precies weten wie hun vader of moeder was zien het meedoen aan zo’n programma als een laatste mogelijkheid om eindelijk zekerheid te krijgen. De laatste tijd is gezondheid ook een item en wordt veel aandacht geschonken aan mensen met overgewicht.
‘Reality tv’ noemen we dit soort programma’s die het dikwijls moeten hebben van veel narigheid en ellende. De enige hoop die je kunt hebben is dat dit soort programma’s andere mensen helpt om ook een uitweg te vinden. Maar of dit zo is valt te betwijfelen.
De eerste reality soap dateert uit 1973 wanneer in Amerika twaalf afleveringen worden gemaakt over een gezin in echtscheiding. Daarna volgen steeds meer programma’s. Ook het gezinsleven en vakantievieren komen royaal aan bod. Denk aan ’t Is Hier Fantasties, de Pfaffs, de Bauers of Gewoon Jan Smit. Voor programmamakers niet al te moeilijk en soms ook gemakkelijk te manipuleren.
‘Ach ja,’ zegt Watze, ‘er is niet veel veranderd in de wereld. Brood en spelen zeiden de Romeinen al en zo is het al twintig eeuwen lang gebleven.’ En met deze wijze woorden nemen we afscheid van de buren maar beloven elkaar spoedig weer eens te zullen opzoeken. ‘Want een goede buur is altijd nog beter dan een verre vriend’, aldus buurvrouw. En zoals dikwijls heeft ze daarmee toch het laatste woord.
Jan J. de Vries