De Buurvrouw 2012-1

Ze keek zorgelijk toen ze samen met haar echtgenoot de wachtkamer van het ziekenhuis binnenkwam. Ze zocht de balie en vervolgens het loket waar ze moest zijn. Daarvoor haalde ze eerst nog eens voor alle zekerheid de brief uit haar handtas. Ja, nummer 4, daar moest zij zich melden.

Haar man was direct doorgelopen naar de grote leestafel die midden in de wachtruimte stond. Daar streek hij zuchtend neer. Je kon aan hem zien dat hij het maar een heel gedoe vond. Ze waren in ieder geval mooi op tijd vertrokken uit hun, in het noorden van de provincie gelegen, dorp. Zo vaak gingen ze tegenwoordig niet meer op pad. Wat zouden ze ook? De benzine was peperduur en het autorijden ging hem ook steeds slechter af. En bovendien kon je nu toch wel goed merken dat het allemaal wat minder werd wanneer je de grens van 80 was gepasseerd.

Hij keek nog even naar zijn vrouw die ondertussen in gesprek was met de medewerkster achter de balie. Ach, ze zou zich wel redden. Ze regelde immers al jaren alles. Hij zocht even tussen de stapel oude weekbladen die op de tafel lag. Wat nieuwsgierig bekeek hij de voorpagina’s om ze vervolgens met een zucht weer neer te leggen. Wat een gedoe, zo’n ziekenhuis. Al die mensen, zoveel konden er toch nooit tegelijk ziek zijn zou je denken. Hier liepen veel meer mensen rond dan er in hun dorp woonden.

Dan was daar eerst al de parkeergarage met een ongemakkelijke ingang en een kaartjesautomaat. En vervolgens was het een heel gedoe geweest om de weg in het grote gebouw te vinden. Toen ze binnenkwamen waren ze zelfs even de weg kwijt geweest. Hier een balie, daar een balie, hier een restaurant, daar een winkel met boeken en bloemen. En dan die wagentjes die door de gang reden. Je moest nog opletten dat je niet onder zo’n ding terecht kwam. Kon je meteen hup het bed in, lachte hij in zichzelf.

Wat was er nu weer? Daar stond zijn vrouw hem te wenken. Moest ie nou echt weer overeind komen. Met moeite stond hij op en liep naar het gedeelte in de wachtruimte waar zijn vrouw een stoel had gevonden. Hij begreep er niks van, waarom kon je niet gewoon bij deze tafel blijven zitten? Afijn, hij was zijn hele leven al volgzaam geweest en dus nam hij plaats op de stoel naast haar. In de loop van de jaren had hij afgeleerd om haar te vragen waarom iets moest of juist niet moest. Je kon van haar gezicht wel aflezen hoe je moest reageren. Het was nu ook beter om maar niets te vragen of te zeggen. Ze zou wel weten wat ze deed.

Ach, ze waren al zolang bij elkaar en er waren in feite geen woorden meer nodig om elkaar iets uit te leggen. Daar waren ze door de jaren heen aan gewend geraakt. Nee, kinderen hadden ze niet en bezoek kwam er ook niet veel.

Laatst op een avond had ze wat pijn op de borst gekregen en zich wat benauwd gevoeld. Toen het een paar dagen later opnieuw gebeurde was ze naar de huisarts gegaan en nu zaten ze dan hier. Voor onderzoek, dat wist hij, maar meer had ze niet verteld en hij had er ook niet naar gevraagd. Haar naam werd geroepen en ze verdween achter een deur. Ze zou wel weer terugkomen en dat deed ze even later ook. Met een knik gaf ze aan dat hij mee moest. Even later zaten ze aan de andere kant van de wachtruimte. Opnieuw zwijgend, want woorden waren immers overbodig geworden. Zo zaten ze een tijdlang naast elkaar tot de dokter haar binnenriep. Ze gaf niet aan dat hij mee moest, dus was het beter om gewoon te blijven zitten.

Na een kwartiertje kwam ze weer naar buiten en liep naar de balie om een vervolgafspraak te maken. Toen gaf ze met een gebaar te kennen dat hij mee kon komen. En zo liepen ze samen zwijgend de wachtruimte uit op weg naar de parkeergarage en hun dorp, daar boven in het noorden van de provincie. Of ze in de auto nog met elkaar gesproken hebben weet ik niet maar als er woorden zijn gebruikt zijn het zeker weinig geweest. Want wat moet je met woorden als het ook zonder kan!

Jan J. de Vries

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven