Het lijkt me goed om te beginnen met onderwerpen waarover ik het deze keer niet wil hebben. Als eerste is daar het proces ‘Wilders’. Zijn bewaking kost al genoeg en daar laat ik het bij!
Op een goede tweede plaats komen de bezuinigingen van het kabinet. Laten we ook daar maar niet over praten. Het lijkt af en toe wel wat op het weggooien van het kind met het badwater. Maar even afwachten hoe lang de PVV dit volhoudt.
Als derde is daar het pensioenakkoord. Ik hoop nog lang van mijn pensioen te genieten en verder wil ik het er niet over hebben. Griekenland dan? Komt zeker op de vierde plaats. Maar sinds ik ooit een bekeuring kreeg op Kreta weet ik ongeveer hoe de mentaliteit van de gemiddelde Griek er uit ziet.
Toen ik de bon, in volstrekt onleesbaar Grieks, aan een ober liet zien en hem vroeg wat ik daarmee moest doen zei hij het volgende: ‘Er zijn Grieken die bonnen verzamelen en Grieken die bonnen weggooien, maar betalen doen we nooit’. Ik betwijfel dan ook sterk of we ooit een cent terug zien van al die miljarden. Maar niet aan denken dus.
Misschien zou je iets kunnen schrijven over de 1300 miljonairs die er, ondanks of juist dankzij de recessie, in ons land zijn bijgekomen. Een stijging van 10% en daarmee zijn we koploper in Europa. We kunnen toch meer dan alleen voetballen.
Nee, deze aflevering gaat over een ‘Barfussweg’ in een Duits dorpje. Voor de echte Hollanders onder ons: ‘Barfuss’ betekent ‘blootsvoets’ of ‘barrevoets’ en ‘weg’ is gewoon ‘pad’. Het betreft hier een blotevoetenpad of misschien wel een barrevoetspad. Het woord ‘bar’ betekent naakt of bloot. Vroeger waren er ‘barrevoetbroeders’. Monniken die geheel barrevoets of op sandalen liepen.
Kijk en daar zat nu het verschil. Met sandalen aan had ik misschien met onze Duitse vrienden die pas aangelegde ‘Barfussweg’ nog wel willen lopen. Maar zonder sandalen, nee echt niet. Geen denken aan zelfs. Misschien was het sneu voor onze Duitse gastheer dat ik zo negatief reageerde op zijn voorstel om een ‘Barfuss spaziergang zu machen’. Maar ik moest er echt niet aan denken. En gelukkig was ik niet de enige die er zo over dacht.
We hadden namelijk ’s morgens al langs het blotevoetenpad gelopen. Het met houten balkjes van een bestaand zandpad afgescheiden blotevoetenpad was vrij recent in gebruik genomen. En een succes, want dat konden we met eigen ogen aanschouwen. Hele families liepen blootsvoets of barrevoets, het is maar net hoe je het wilt zien. Ik vond het meer bar dan bloot of misschien wel gewoon bar bloot!
Het uit zwart zand bestaande pad werd bovendien regelmatig onderbroken door hindernissen. Deze hindernissen bestonden uit verschillende soorten steen, keien, grind, dennenappels, hout en houtsnippers, afijn in ieder geval allerlei troep waar je nu niet direct blootsvoets of barrevoets over heen zou lopen. Brandnetels en distels groeiden naast het pad maar was men blijkbaar vergeten in de route op te nemen.
We liepen overigens ook tegen de route in en zo kwamen wij al die Duitse gezinnen tegen. De kinderen enthousiast voorop, de ouders, ook vrolijk ogend, daar achter. Wij keken al die voorzichtig blootsvoets gaande Duitsers wat meewarig aan. Zij keken overigens net zo of zelfs erger meewarig naar ons.
In hun ogen waren wij natuurlijk een stelletje minkukels. Wie gaat nu met schoenen aan op een pad lopen als daarnaast een pad ligt waar je met blote voeten op mag. Zomaar in het jaar 2011 op blote voeten door de modder en over stenen sjouwen. Waar mag en kan dat nog in deze tijd? Ze vonden het geweldig en dat was ze aan te zien.
Wij begrepen echt niet hoe je nu kon genieten van zo´n blotevoetenpad. We hadden één medestandster. Een oudere, goed geschoeide, Duitse dame keek ook buitengewoon meewarig, vanaf ons pad, naar haar man die met een bevriend echtpaar trachtte te genieten van barrevoets lopen. Aan zijn gezicht te zien was hij er niet echt gelukkig mee.
Voor ons was het ook duidelijk. Blootsvoets of barrevoets lopen wij alleen op ons eigen strand. Op echt zand en in of langs het water. Misschien ook nog en stukje op gras maar zeker niet op een pad waarop je smerige voeten krijgt en waar je bovendien nog over allerlei rotzooi moet lopen!
Even dacht ik aan de jonge koeherders. Die, nog niet eens zo lang geleden, op ons eiland barrevoets waren en als het koud was ’s morgens hun voeten warmden in een verse koeienvlaai. Bar en bloot!
Nee, wat was ik blij dat ik een stel goede schoenen aan had. Maar het is wel een aardig idee, zo’n ‘Barfussweg’. Vooral voor al die Duitsers die ons eiland bezoeken. Of niet soms?
Jan J. de Vries