Een vroege winter dit jaar. Het is niet eens december en de schaatsen kunnen al uit het vet.
De eerste wedstrijden op natuurijs worden verreden en jong en oud trekt erop uit om te schaatsen. Het jaar 2010 begon met veel sneeuw en ijs en het lijkt ook zo te eindigen. Hoe zit dat nu met die klimaatverandering. Het zou toch warmer worden? Je merkt er weinig van wanneer je bij een harde oostenwind de deur uitstapt.
Maar wat een verschil met vroeger. Geen ‘bloemen’ op de ramen zodat je ’s morgens met je warme adem een gaatje moest maken om naar buiten te kunnen kijken. De planten moesten van de vensterbank want anders zouden ze bevriezen. Bevroren waterleidingen doordat leidingen langs de buitenmuur liepen of over een niet geïsoleerde zolder. Nu is er bijna overal centrale verwarming en geen kolenkachel meer die elke morgen weer opnieuw moest worden opgestookt.
Geen wasrekjes rond de kachel en geen natte kleding die hangt te drogen in de kamer. Het ijs stond dik op de binnenkant van de halfsteense muur van ons huisje aan de Tussendijken in de winter van 1963. Door je warme adem stond het ijs op de dekens wanneer je ’s morgens wakker werd. De stroomvoorziening viel dikwijls uit, er was regelmatig een storing of de elektriciteitspalen waren omgewaaid. Altijd waren er kaarsen bij de hand en och, als kind vond je het allemaal maar spannend en stiekem genoot je van dit alles.
Het mag dan nu ook winter zijn maar het is een stuk comfortabeler dan de winters in mijn herinnering waren. Of ze net zo gezellig zijn weet ik niet. De drukte op de ijsbaan is een stuk minder geworden dan vroeger maar ook met een trekker of een auto met sleetjes erachter kun je heerlijk genieten van de winter.
In het boek van de heer Straatsma over de boerderijen op Ameland zien we prachtige plaatjes uit een tijd die nog veel verder achter ons ligt. Wat een armoede en hoe zal men na een lange winter uitgekeken hebben naar een nieuw voorjaar. Met de hoop dat er na de zomer weer voldoende voorraad zou zijn om een nieuwe winter door te komen.
Turf, strandhout en toe’d (gedroogde koemest) als brandstof om de winter door te komen. En misschien zo af en toe een boom die gekapt werd, al stonden er vroeger maar weinig op het eiland.
‘Ja’, zegt Watze, ‘heb je ook gelezen dat ze waarschijnlijk tijdens de Eerste Wereldoorlog in Ballum de bomen in de Camminghastraat hebben gekapt om als brandhout te gebruiken. Maar ook op foto’s van de Burenlaan in Hollum zie je bomen staan die later vervangen moeten zijn. Het kan best zijn dat er in die jaren meer bomen zijn verdwenen.’
‘Kan natuurlijk ook zijn dat ze gewoon vervangen moesten worden’, zegt buurvrouw, ‘dat gebeurt nu toch ook!’
Kijk dat is nu typisch vrouwenlogica. Daar kunnen we niet tegenop. Maar Watze en ik vinden het verhaal dat ze gekapt zijn om te gebruiken als brandhout veel mooier.
‘Het ging toen anders dan nu’, zegt Watze, ‘nu heet het stelen wanneer je wat hout meeneemt dat voor je deur staat’.
Ja, dat was me een vreemd verhaal in de Leeuwarder Courant. ‘Eilanders stelen hout van de gemeente’, stond als kop boven het artikel. ‘Ik dacht eerst dat er weer een deklading hout was aangespoeld’, zegt buurvrouw, ‘toen heeft de strandvonder er zelfs voor gezorgd dat de eilanders alles mochten meenemen.’ Het is en blijft een merkwaardig verhaal. Een wethouder die zijn inwoners beschuldigt van diefstal, dat maak je niet dikwijls mee. Het lijkt erop dat de eilanders het jutten niet meer beperken tot het strand maar uitbreiden tot het hele eiland.
‘Alles van de gemeente is ook van alle inwoners, dat wel natuurlijk’, zegt Watze. Dat is in principe wel zo maar zomaar iets meenemen mag feitelijk niet. Je zou het eerst kunnen vragen. Maar om dan direct het woord ‘stelen’ te gebruiken gaat mij en de buurtjes wat te ver. Had maar gewoon gezegd dat eilanders nu ook hout ‘jutten’ in het dorp. Dat komt in ieder geval vriendelijker over is onze conclusie.
‘Nu ze moeten bezuinigen bij de gemeente kan dat hout mooi worden verkocht’, zegt buurvrouw, ‘dan kan iedereen die hout wil hebben het van de gemeente kopen. Levert het nog geld op ook!’
‘Je had econoom moeten worden’, reageert Watze, ‘je moet zien dat je bij Wilders op de lijst komt, die kan wel wat mensen gebruiken nu zijn lijst langzaam opschoont!’ En zo hebben we meteen weer een ander onderwerp. Ach, het is gewoonweg niet moeilijk om een winter door te komen. Praat genoeg!
Jan J. de Vries